Themasessie Spouw- en Vloerisolatie

d.d. vrijdag 8 maart 2019

  • plaats: fam. Jan den Otter, Eastwei 16
  • aanwezigen: Jan Deelstra, Erik Kroon, Marieke Verf, Alex Coppoolse, Marieke Ermatinger, Jan den Otter, Joop Feenstra, Reindert de Boer
  • gast: Rob Schuil van Schuil isolatiezorg, Drachten. Ruim 10 jaar actief binnen de isolatiebranche en ruim 30 jaar in de Milieu problematieken werkzaam. Hij beschouwt zich all-round deskundige op isolatiegebied.
  • Zijn bedrijf heeft zich de laatste jaren gespecialiseerd in spouwisolatie en het leeghalen van verkeerd aangebrachte of vergane los ingebrachte isolatie..

Doelen:

  • Meer duidelijkheid krijgen over het isoleren van spouw en vloer.
  • Is een gezamenlijke aanpak mogelijk, c.q. wenselijk?

Uitspraken:

Algemeen

  • Schuil zet uiteen dat in het kader van verduurzaming de gehele schil om het huis moet worden geïsoleerd. Hij noemt daarbij de dakisolatie, muur-/spouwisolatie en de vloer-/bodem-isolatie.
  • Hij is geen voorstander van uitgebreid ventileren van de woning. Onze huizen hebben al kieren genoeg voor een redelijke ventilatie. Open ramen op de eerste verdieping, slechte tochtprofielen in de kozijnen of een slecht sluitende garagedeur kunnen de oorzaak zijn van tocht op de vloer in de woonkamer (koude lucht sluipt via de trap naar beneden). Een normaal vochtgehalte in huis bedraagt ca. 40%.
  • Het toepassen/open laten van spouwen/ruimte tussen nieuw aan te brengen isolatie en de oude constructie vindt hij niet verstandig; bij ruimte in de constructie kan condensatie van vocht optreden met alle gevolgen van dien (schimmels).
  • Bij een volledige isolatie van de schil om het huis kan de watertemperatuur van de verwarming omlaag tot ca. 55 graden hetgeen het rendement van gasverbruik behaald wordt.

over spouwisolatie

  • spouwisolatie met EPS-parels wordt verlijmd aangebracht waardoor geen sprake is van uitzakking of vervorming. Schuil isolatiezorg doet dit inmiddels 10 jaar en heeft zelden klachten.
  • Schuil adviseert ook de woning-scheidende spouwmuur te isoleren. Hij toont warmtefoto’s waarop duidelijk te zien is dat rond de gemeenschappelijke spouwmuur sprake is van relatief veel warmteverlies (door o.m. ventilatie van de spouw en koudebruggen).

over vloerisolatie

  • Grondwater in de kruipruimte is veelal een gevolg van een te diep uitgegraven bouwput door de aannemer. Een ontgraving van 10 cm of meer ten opzichte van de voorgeschreven ontgravingsdiepte kan leiden tot een wereld van verschil (plassen of droog). De kruipruimte behoort een hoogte te hebben van maximaal 50 à 60 cm. Bij de eerste 2 woningen aan de Eastwei staat water in de kruipruimte; bij de andere huizen lijkt de kruipruimte droog. Schuil merkt op dat wanneer je met natte knieën uit de kruipruimte komt deze als “nat” wordt beschouwd.
  • Schuil vindt de toepassing van schelpen in de kruipruimte niet handig en ouderwets. Bij opkomend grondwater drijven de schelpen niet. Bij het betreden van de kruipruimte gaan de schelpen kapot en wordt het snel een zooitje. In wezen doen schelpen niets anders dan een aanvulling met zand.
  • Voor de afdekking van de bodem geeft hij de voorkeur aan wokkels, chips of andere creatieve vormen van EPS. EPS-parels zijn te klein en te licht en gevaarlijk ivm het kleine formaat voor toepassing in de kruipruimte. Bij een windje in de kruipruimte worden de parels op één hoop geblazen.
  • De chips en wokkels in de kruipruimte gaan bij opkomend grondwater drijven, waardoor het vochtgehalte tussen vloer en grondbedekking relatief laag blijft.
  • Indien condensatie plaats vindt, gebeurt dit onder het EPS-isolatiepakket op de vloer (temperatuur het laagst).
  • Schuil adviseert naast de bodemafdekking met wokkels of chips een isolatielaag tegen de onderkant van de vloer. Hij vindt een laag met EPS-platen van ca. 5 à 8 cm. voldoende. Deze zijn z.i. eenvoudig en snel aan te brengen door het vaste stramien van de in de Grachten toegepaste broodjesvloer (vaste breedte).
  • Tonzon-isolatie kwalificeert Schuil als niet solide en uiterst kwetsbaar. Bij eventueel noodzakelijk onderhoud/reparatie aan leidingen onder de vloer zullen de luchtzakken lek geprikt moeten worden. Bij het Tonzon-isolatiesysteem wordt tevens de bodem tegen verdamping van bodemvocht afgesloten (met een soort vloerzeil). Dit heeft een positief effect.
  • (Te veel) ventilatie in de kruipruimte moet worden voorkomen. Het draagt volgens Schuil niet bij aan een drogere kruipruimte.
  • Ook van gespoten PUR-isolatie tegen de onderkant van de vloer is Schuil geen voorstander. Hij geeft aan dat de PUR-massa aan de onderzijde hard wordt met verharde druppelpunten waardoor daar tegen vochtige lucht makkelijk condenseert. Een natte kruipruimte is het gevolg.

Advies
Rob Schuil adviseert:

  • Isolatie van de vloer aan de onderzijde met EPS-platen met een dikte van 5 à 8 cm. Vastplakken met PU kit. De afmetingen van de platen kunnen worden afgestemd op de breedte van de broodjesvloer.
    Rekening moet worden gehouden met de afmetingen van het kruipluik.
  • Voor een droger en warmer kruipruimte klimaat kan de bodem het beste worden afgesloten met een laag EPS-chips of -wokkels. Hij noemt daarbij de leveranciers Drowa Dokkum of Drocom Akkrum (afhankelijk van de hoogte van de kruipruimte).
  • Ventilatie van de kruipruimte kan na bodem isolatie worden beperkt
  • Alle spouwmuren (incl. woningscheidende muren) kunnen het beste worden gevuld met verlijmde EPS-korrels.
  • Een collectieve aanpak zal nauwelijks financieel voordeel opleveren. Daarvoor zijn de marges te gering. Er zal wel een groepskorting worden gegeven wanneer meerdere overgaan tot isoleren

Conclusie
De aanwezigen zullen het besprokene overdenken. Binnen 2 weken zal een volgende sessie worden belegd om de bevindingen met elkaar te delen.